Jeugdrecht is een vorm van recht dat de rechtsregels en de rechtspraak behandelt ten aanzien van minderjarigen, dus minder dan 18 jaar. Het gaat hierbij vooral om de minderjarige te beschermen voor de maatschappij en daarnaast om de maatschappij te beschermen voor delinquenten die worden gepleegd door jeugdige mensen.
Kinderen jonger dan 12 kunnen niet strafrechtelijk worden vervolgd. De straffen voor dezelfde vergrijpen zijn in het jeugdstrafrecht minder zwaar dan bij het volwassen strafrecht.
De vroegere Jeugdbeschermingswet vertrok van de gedachte dat wij als samenleving de minderjarige die strafbare feiten pleegt ook moesten beschermen.
De nieuwe kerngedachte van het Jeugddelinquentiedecreet gaat uit van de verantwoordelijkheid van de minderjarige.
De minderjarige wordt vanaf de leeftijd van 12 jaar verantwoordelijk gesteld voor zijn daden én voor de gevolgen die zijn daden teweegbrengen. Het als “misdrijf omschreven feit” (MOF) vervalt ten voordele van het begrip ‘jeugddelict’, wat de lijn met het volwassenenstrafrecht meer doortrekt. Het gaat nu dus wel degelijk over een delict.
De kerngedachte is dat wanneer de minderjarige strafbare feiten pleegt, er een maatschappelijke reactie moet komen. Deze kan bestaan in voorlopige dwingende maatregelen op te leggen door de Jeugdrechter of sancties op te leggen door de Jeugdrechtbank in de fase ten gronde. De reactie op een jeugddelict moet zich richten op de schade die de minderjarige aan zijn slachtoffer, maar ook aan de maatschappij, heeft toegebracht.
De verantwoordelijkheid van de minderjarige vertaalt zich dus in herstelgerichte en constructieve reacties.
Ook krijgt de minderjarige gespecialiseerde juridische bijstand, bij voorkeur van een jeugdadvocaat, die de minderjarige doorheen heel het traject zal bijstaan.
Nieuw in het Decreet is de grotere nadruk op de “pre-gerechtelijke” afhandeling van het dossier. De taak van het Openbaar Ministerie wint aan belang. Het Parket beschikt over meer bewegingsruimte om maatregelen te nemen, waarbij het ook voorwaarden aan de minderjarige kan opleggen. Veel dossiers zal het Parket kunnen afhandelen zonder dat de Jeugdrechtbank er nog aan te pas komt.
Het stokpaardje van het nieuwe decreet is toch wel het “positief project”.
De minderjarige kan onder begeleiding van zijn “context” (omgeving), waaronder zijn advocaat, een plan uitwerken waarin hij/zij nadenkt over hoe hij de gepleegde feiten wil ”goedmaken”. De minderjarige zal hierbij moeten voldoen aan bepaalde voorwaarden, maar ook de schade aan de slachtoffers moeten vergoeden.
Het positief project moet de minderjarige zelf samenstellen en voorleggen aan het Openbaar Ministerie of de Jeugdrechtbank. Als deze het positief project aanvaarden, komt de strafvordering te vervallen en ontloopt de minderjarige verdere sancties.